‘Het volgende stuk dat ik zal schrijven wordt ongetwijfeld grappig, heel grappig, tenminste wat de opzet betreft.’ (aan Olga Knipper, 7 maart 1901)

Anton Tsjechov heeft lang aan ‘De Kersentuin’ gewerkt, moeizaam, twijfelend, van toon veranderend, worstelend met zijn gezondheid – hij lijdt al jarenlang aan chronische tuberculose.  Hij is vaak te moe om verder te schrijven en zijn fysieke toestand verplicht hem regelmatig rustpauzes te nemen.  Op 28 juli 1903 schrijft hij vanuit zijn landhuis bij Jalta op de Krim aan Konstantin Stanislavski : ‘Mijn toneelstuk is nog niet klaar, het vordert traag, wat verklaard moet worden door mijn luiheid, door het schitterende weer en door de moeilijkheid van het onderwerp.’  In het Kunsttheater in Moskou wacht men ondertussen in ongeduldige en opgewonden spanning op het manuscript, en op 27 september schrijft Tsjechov aan zijn vrouw, Olga Knipper : ‘Mijn lief paardje, ik heb je al getelegrafeerd dat het stuk klaar is, dat alle vier de bedrijven af zijn.  Ik ben al aan het overschrijven.  Ik heb er levende mensen van weten te maken, dat is zo, maar hoe het stuk op zichzelf is, weet ik niet.’  En op 15 oktober : ‘Stuk opgestuurd.  Gezond.  Kus.  Groeten.  Antonio.’
De ontvangst van het manuscript in Moskou is extatisch.  Op 19 oktober schrijft Olga : ‘Wat was het gisteren een opwindende dag, mijn schat, mijn geliefde ! Ik kon je niet schrijven, mijn hoofd stond op springen.  Ik verwachtte het stuk al twee dagen en wond me op dat het niet kwam.  Eindelijk, gisterenochtend werd het me gebracht. (…) Toen ik het uit had, ben ik naar het theater gerend.  Daar werd gelukkig de repetitie afgelast. (…) Als je de gezichten had kunnen zien van al die mensen die zich over ‘De Kersentuin’ bogen.  Natuurlijk drong iedereen aan : meteen voorlezen.  We deden de deur op slot, haalden de sleutel eruit en begonnen.’  ‘De Kersentuin’ zou uiteindelijk in première gaan op 17 januari 1904.  Het zou Tsjechovs laatste stuk worden.  Hij stierf een paar maanden later, op 4 juli 1904

In ‘De Kersentuin’ zijn alle elementen van een typisch Tsjechov-stuk aanwezig : een continue beweging van personages, het tempo en de intensiteit die voortdurend veranderen, de dialogen die willekeurig lijken en zonder verband, die abrupt worden afgebroken door schijnbaar irrelevante interventies of informatie, belangrijke gegevens of gevoelens die bijna tussen neus en lippen worden gedeeld, de elegantie van de details, de spaarzaamheid van de woorden – Tsjechov blijft de meester van de economische expressie – de open structuur, een dramatisch veld eerder dan een dramatische lijn, geen aangedikte emoties, geen grootspraak, geen belangrijke waarheden.  De waarheid in dit stuk is bescheiden, eenvoudig, indirect, ze is geworteld in de herkenbare ritmes van ons leven.  Niets is opgeblazen, de proporties zijn vertrouwd, en toch is alles getransformeerd dankzij een verbeelding die ons diep laat doordringen in de vreemdheid van het alledaagse. ‘A True Comedy of High Seriousness’, zoals de Amerikaanse schrijver Richard Gilman het noemde.

Tsjechovs methode wordt vaak vergeleken met die van een componist of van een schilder : een penseelstreek hier, nog een daar, deze lijn verlengen, een plotse vlek, het geleidelijk invullen van een gebied, stipjes, vlekjes, donker en licht, uitvegen, opbouwen, …  Op 11 mei 1889 schrijft hij in een brief aan zijn broer Alexander : ‘Drastisch herschrijven moet je niet verontrusten, want hoe meer het resultaat een mozaïek is, hoe beter.’  Een dramatisch veld dus

En toch, hoeveel pogingen er ook zijn gedaan om het stuk te doorgronden, ‘De Kersentuin’ blijft een enigma en Tsjechov laat zich niet in een hokje duwen.  Sinds het begin van haar opvoeringsgeschiedenis wordt dit stuk heen en weer geslingerd tussen interpretatieve polariteiten : naturalisme of poëzie, realisme of symbolisme, sociale klaagzang of profetie, komedie of tragedie… Niet zelden ingegeven door ideologische kortzichtigheid is het stuk al alles genoemd : een politieke aanklacht, een poëtisch-melancholisch tijdsbeeld, een nostalgische overpeinzing, een ode aan de vooruitgang, een maatschappelijke satire.  De personages worden voortdurend, al naargelang het uitkomt, voor een of andere ideologische kar gespannen. Is Lopachin nu een held die staat voor vooruitgang en ondernemingsgezindheid ? Of is hij een omhooggevallen boer zonder manieren, verblind door winstbejag ? Is Ljoebov een verwend en egoïstisch nest dat de vergane glorie van de oude landadel vertegenwoordigt en maar beter zo snel mogelijk met haar hele kliek ten onder kan gaan ? Of is ze een sensuele en onweerstaanbare ode aan de breekbare menselijkheid en de noodzakelijke nutteloosheid in ons leven ? Staat ze symbool voor het recht op dat nutteloze, voor het recht op schoonheid, op alles wat geen economische waarde heeft, op cultuur ? Is Trofimov een verlichte geest of een breedsprakerige betweter die zelf ook niets uitvoert ? Of zou het misschien kunnen dat morele oordelen niet aan de orde zijn ? Geeft Tsjechov via zijn personages zijn eigen mening mee ? Of laat hij ze gewoon spreken ? Zijn de meningen die zijn personages met ons delen meteen ook ‘thema’s’ van het stuk ? Of zijn het gewoon meningen die verkondigd worden in het stuk ? Zou het kunnen dat de vele lagen van het menselijk bedrijf gewoon worden weergegeven in al hun complexiteit ? Dat het stuk zijn geheimen niet allemaal prijsgeeft, dat de personages ons niet zullen verklaren waarom ze doen wat ze doen… ?

Tsjechov ligt zonder twijfel liefdevol te grinniken in zijn graf en fluistert ons zacht in het oor : ‘Dat allemaal, en nog van alles… of niet… Zoek het zelf maar uit.’  Het is in ieder geval duidelijk dat dit stuk ongrijpbaar is als het leven zelf.

De Russische dichter Andrei Bely, die in 1904 een essay over ‘De Kersentuin’ schreef, “doesn’t identify Chekhov’s method as a technical instrument but speaks of what we ourselves might call his ‘glance’, as it falls, with unparalleled clarity, on the most minute particulars, on the extreme momentariness of our experience.  It’s this approach toward the humble, the casual and fragmentary, the scorned – the very basis of the revolution Chekhov brought about in the theater – which sets free the previously unknown, what we might call the music that hasn’t yet been heard.  ‘An instant of life taken by itself as it is deeply probed becomes a doorway to infinity,’ Bely writes.  ‘The minutiae of life will appear ever more clearly to be the guides to Eternity.’ (…) ‘In ‘The Cherry Orchard’ Chekhov draws back the folds of life, and what at a distance appeared to be shadowy folds turns out to be an aperture into Eternity.”’ *

Anton Pavlovitsj Tsjechov heeft een onuitwisbare stempel op de geschiedenis van het theater gezet en zijn proza, brieven en toneelteksten behoren nog steeds tot de mooiste uit de wereldliteratuur.  Zijn begrip van de zielenroerselen van de mens is ongezien, zijn inzicht in het menselijk bedrijf ongeëvenaard.  Hij was een morele revolutionair, hij heeft ons geleerd naar de mensen te kijken zoals ze zijn, klein en groot, sterk en zwak, goed en slecht, verdorven en verheven…  Hij blijft de grootmeester van het drama van het ondramatische en zal voor altijd behoren tot die kleine groep auteurs die essentieel zijn in onze zoektocht als mens, die ons met hun doorzicht kunnen blijven helpen om onze individuele en collectieve geestelijke gezondheid te bewaren, of terug te vinden

Dus waarom ‘De Kersentuin’ creëren in 2015 ? Daarom… of daarom… of daarom… of

Aan Olga Knipper op 20 april 1904 :
“Je vraagt : ‘Wat is het leven ?’ Je kunt net zo goed vragen : ‘Wat is een wortel ?’
Een wortel is een wortel, meer weet niemand ervan…”

(Deze tekst is schatplichtig aan “Chekhov’s plays : An Opening Into Eternity” van Richard Gilman. * is een direct citaat.)

  

In het Engels

tekst naar Anton Tsjechov van en met Evelien Bosmans, Evgenia Brendes, Robby Cleiren, Jolente De Keersmaeker, Lukas De Wolf, Bert Haelvoet, Minke Kruyver, Scarlet Tummers, Rosa Van Leeuwen, Stijn Van Opstal en Frank Vercruyssen

licht Thomas Walgrave
scenografie STAN
kostuums An d’Huys
productie en techniek STAN

coproductie Kunstenfestivaldesarts, Festival d’Automne (Parijs), Théâtre de la Colline (Parijs), TnBA (Bordeaux), Le Bateau Feu (Duinkerke), Théâtre Garonne (Toulouse), Théâtre de Nîmes en STAN

première 7 oktober 2015, Dublin Theatre Festival, Ierland

Project co-produced by NXTSTP, with the support of the European Union’s Culture Programme

2016

mei

di 24.05.16 18:30
Kontakt International Theatre Festival
Toruń

juni

do 02.06.16 19:00
Alkantara Festival
Lisboa

vr 03.06.16 19:00
Alkantara Festival
Lisboa

za 04.06.16 19:00
Alkantara Festival
Lisboa

do 09.06.16 19:00
Teatro Académico de Gil Vicente
Coimbra

za 11.06.16 19:30
Centro Cultural Vila Flor
Guimarães

2015

oktober

wo 07.10.15
Dublin Theatre Festival
Dublin

do 08.10.15
Dublin Theatre Festival
Dublin

vr 09.10.15
Dublin Theatre Festival
Dublin

za 10.10.15
Dublin Theatre Festival
Dublin